2016: Champagne op Sylt

Het is grijs en ergens ook wel wat guur als we op 27 juli om half negen los gooien. We varen qua timing op het randje, maar als het goed is kunnen we het wantij boven Amrum net passeren. Er staat een lekker windje en we zeilen mooi samen op. Aan de noord-oost kant van Amrum volgen we de prikkenroute. Hoe noorderlijker we komen, hoe spannender die wordt… We laten de Senang voor gaan, omdat de geul te smal wordt om naast elkaar te varen. Met 7 knopen over de grond razen we langs de prikken die zowat op het strand lijken te staan. Sterker nog: als we de prikken volgen lopen we zonder twijfel hartstikke vast. Gelukkig kan Willem de zee goed lezen en zoekt met de motor bij een geul. Als we weer meer dan 90 centimeter water hebben (de diepgang van zowel de Jeanneau als de Feeling) halen we opgelucht adem. Pfew. We hadden geen vijf minuten later moeten opstaan en vertrekken, dan hadden we nog uren op het strand gelegen.

Een cultuurschok
Het vervolg van onze route naar Sylt is ruimer en dieper. De ingang van de haven is even zoeken en in de haven zelf is het zoeken naar een ligplaats. Na een paar keer door de haven heen en weer worden we gewezen op een laatste vak dat ‘frij’ is. We leggen aan en overleggen even wat we gaan doen. We blijven maar kort op Sylt en willen toch eigenlijk wel wat van het eiland zien. We lunchen aan boord en zoeken dan een bushalte. Met de bus naar Westerland, want daar moet het te beleven zijn.

Zodra we van het haventerrein stappen krijgen we een soort cultuurschok. Wat. Een. Auto’s. En: wat vóór auto’s! Binnen vijf minuten zijn we gepasseerd door twee nieuwe Rolls Royces. Ook de mensen zijn anders dan we gewend zijn. Het is duidelijk geen gepeupel hier, de neuzen staan behoorlijk omhoog. In de bus rijden we 20 kilometer langs een immens duinlandschap. Prachtig! Maar wat ook opvalt is dat bij elke strandopgang een groot parkeerterrein vol auto’s staat. Autch.

Zien en gezien worden
Westerland is voor ons, gewend aan de rustige Westelijk- en Oostelijk wad, behoorlijk heftig. Een koopgoot. Zien en gezien worden. Ik voel me behoorlijk ongemakkelijk en verwissel snel mijn afgetrapte bootschoenen voor een paar slippertjes, maar het helpt amper. We halen een ijsje tot grote vreugde van Else en doen een halfslachtige poging tot shoppen. We kijken even uit over de Noordzee, maar het strand betreden kost € 3,50 pp. We zoeken naar een pareltje in de winkelstraat, maar vinden het niet echt. We strijken neer in een Italiaans restaurantje waar we nog even wat eten voor we met de bus terug gaan naar Hörnum Hafen.

Blijf uit de buurt van de uitlaatgassen
’s Avonds stappen zwager en schoonzus aan boord met een fles champagne. Het noordelijkste puntje van onze reis, dat moeten we vieren! Zo noordelijk zijn wij nog nooit geweest en ook voor de bemanning van de Senang was dit gebied nieuw. Blij dat we er zijn? Sylt geeft een beetje een katerig gevoel. Misschien had ik eerder Jan Werner over Sylt moeten lezen: blijf uit de buurt van Westerland en de uitlaatgassen, dan is Sylt prachtig. Voor dit seizoen komt dat advies te laat, want morgen vroeg vertrekken we voor een lange tocht terug via Helgoland naar het Ost Friesische Watt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *