Wie had dat kunnen denken, dat we na ons avontuur van vorig jaar dit jaar nog meer op het Wad zouden zeilen. Johan misschien, stiekem, maar ik niet. En zonder zwager en schoonzus met hun kids in hun Feeling, waren we er dit jaar waarschijnlijk ook niet aan begonnen. En wat zou dat zonde geweest zijn, want het was – ondanks het oerhollandse weer – heerlijk! Hoe meer je naar het Oostelijk Wad gaat, hoe kleiner de zeiljachtjes en hoe knusser de haventjes. Ik dacht verliefd te worden op Ameland, maar toen was ik nog niet op Schiermonnikoog geweest.
Met een westenwind, de ene keer neigend naar noord en de volgende keer naar zuid, moesten we al vroeg een keuze maken. Stavoren er uit, en dan? Gokken op een oversteek naar Terschelling en richting Makkum en Harlingen of toch op veilig en naar Enkhuizen? We deden het eerste, via Makkum en Harlingen naar Terschelling. Met een dikke vier of een kleine vijf door de branding bij Makkum naar Kornwerderzand. Dan weet je opeens waarom het IJsselmeer bij harde wind zo slecht bekend staat. Wat een golven! En wat een regen… (Maar daar kon het IJsselmeer weinig aan doen.) Zeilen omhoog en gaan, tot de kom voor de sluizen, daar met veel moeite de zeilen weer omlaag en wachten tot het meeste hemelwater gevallen was. Toen het Wad op: als een spiegeltje! Zoveel verschil in golfopbouw, wat een verademing.
In Harlingen lagen zwager en schoonzus, met hun Feeling. Om een dag later samen met ons terug te varen naar Terschelling, zij hadden daar al een paar dagen gelegen. Op Terschelling stonden de schippers van catamaran Pussycat enthousiast naar ons te zwaaien. ‘Hier, hier!’ ‘Ja, dan weten we tenminste dat er niemand meer tegen ons aan komt liggen’, verklaarden de gepensioneerde Duitsers hun enthousiasme. Goed, geliefd omdat we zo’n klein dopje zeilen dus. Eén nachtje lagen we op Terschelling, de volgende dag gingen we door naar Ameland, met zeehonden garantie van zwager Willem.
Op het eerste wantij lagen we meteen vast. Goed, weer wat geleerd, zelf navigeren en dicht langs de betonning! (En die stokken zijn geen prikken, maar geven de visgebieden aan, Johan.) En inderdaad, wat fantastisch om letterlijk tussen de zeehonden te zeilen. Wat een mooie ervaring. Op de plaat tussen Terschelling en Ameland (net onder het zeegat) lagen honderden zeehonden en overal om ons heen zag je zeehonden kopjes boven het water uit komen. En ze keken je aan, zo ontzettend leuk. Heerlijk in de stilte van het Wad, met alleen het geluid van de wind in de zeilen. En een huiler, verderop. We hebben weinig foto’s gemaakt tijdens deze vakantie, maar het merendeel van de foto’s maakten we hier. En toen de camera aan de kant, om te genieten zonder lens voor je oog. Wat fantastisch, wat een leuke beestjes, wat een prachtige ervaring.
Op Ameland een warm welkom door twee dames op hun nieuwe jachtje, een Cornish Crabber, die een poging deden hun vorige boot – een McGregor – aan ons te verkopen toen ze in de gaten kregen dat we op zoek zijn naar iets groters. Iets groters dat kan droogvallen. Op Ameland fietsen gehuurd, jawel, en een rondje over het oostelijk deel van het eiland gedaan. Bij het Noordzee strand gekeken, waar ook een flinke branding stond, en heerlijk uitgewaaid. Bijzonder dat je op een eiland geen borg betaald voor een fiets en gewoon ’s nachts je fiets weer terug kan zetten en dan de sleutel door een ‘brievenbus’ kan gooien. Zonder ook maar iets van persoonlijke gegevens achter te laten. Vertrouwen, sociale controle of een beetje van beide?
Toen door naar Schiermonnikoog. Dat was spannend, want met 90 cm diepgang is het even flink rekenen. Twee wantijen en de ‘drempel’ voor de haven. Naar de toegang van de haven zit een slenk, die was wel aangegeven op mijn kaart, maar de diepgang stond daar niet bij vermeld. Daardoor heb ik het grootste deel van deze tocht in de stress gezeten in de overtuiging dat we een uur te laat weg waren gegaan en dus never nooit niet over de drempel voor de haven konden komen. Maar goed, weer wat geleerd, de kaart – hoe actueel ook – is gewoon niet volledig. En het kon best. Voor de volgende keer: met 90 cm kun je met half tij nog door die slenk komen. Daarna kun je er wadlopen, wat we ook gedaan hebben. En toen waren we om: wij willen ook droog kunnen vallen!
Schiermonnikoog was heerlijk, vooral dankzij de prachtige dag toen we aan kwamen. Een cadeautje. De volgende dagen waaide het flink en hield het weer zich aan Piet P. z’n voorspelling: ‘buiige regen’. Gelukkig ook zo nu en dan een opklaring, dus nog even lekker op het terras gezeten in het dorp. Boodschapjes binnen en toen kwam het einde van de tocht alweer in zicht. Via Lauwersoog naar binnen en met een laatste tussenstop in Dokkum weer naar de thuishaven. Voor de bemensing van Frya geen hele leuke tocht, want veel te veel wind om zonder rif te zeilen. We waren wel snel bij de sluizen! Waar we een meter of twee naar beneden zakten, ook een bijzondere ervaring. Daarna op het Lauwersmeer een rif in het zeil gelegd en voor zo goed en kwaad als het ging door gezeild naar Dokkummer Nieuwe Zeilen. Waar we de boel binnen konden halen, omdat de rest van de tocht met tegenwind was. De laatste dag was een lange tocht op de motor, maar na tien dagen in ons dopje is het dan ook wel weer lekker om thuis te zijn…